Mini-thriller

Duister water

door Marianne van der Wal
Hier komt de mini-thriller die mij een plek op de longlist bezorgde bij een schrijfwedstrijd van LetterRijn. Thema: "verborgen", max. 4500 woorden.

Het zware gebrom van een wagen die over het knerpende grind reed, stopte. Sonja keek langs haar beeldscherm naar buiten en klemde haar kiezen op elkaar toen ze haar manager uit de rode Ferrari zag stappen. Met grote passen liep hij het kantoorpand binnen.
De deur van het kantoor zwaaide open en een zware aftershavelucht walmde haar tegemoet. ‘Goedemorgen, ladies!’ Jort zette zijn zonnebril af en wierp haar collega’s Esther en Monique een brede glimlach toe.
‘Dat ding heb je toch niet nodig op deze bewolkte dag?’ vroeg Sonja.
‘Dat ding? De Persol 2720! Deze droeg James Bond in “Casino Royale”. Dit merk verkopen ze natuurlijk niet bij de drogist waar jij je zonnebril koopt.’
Sonja negeerde zijn opmerking en begon haar mails te checken terwijl Jort uitweidde over  zijn exclusieve feesten, casinobezoeken en verre reizen. Esther en Monique hingen aan zijn lippen.
‘Volgend jaar mag je met mij mee naar de mooiste begraafplaats ter wereld, Monique.’
Monique keek hem met grote ogen aan.
Jort lachte. ‘Het Dal der Koningen, Luxor, Egypte!’
Moniques bloosde. ‘Oh, Egypte! Graag!’
Sonja applaudisseerde.
‘Ik merk dat je die jaloerse trekken niet kwijt bent geraakt na al die jaren,’ smaalde Jort. ‘Is die rapportage, waar ik je vorige week al om vroeg, klaar?’
Ze beet op haar nagel.
‘Dat dacht ik al. Prioriteiten stellen, dame. Kun je niet omgaan met deadlines? Ga dan maar gauw aan het werk. Allemaal trouwens.’
‘Graag,’ zei Sonja tandenknarsend en ze richtte haar ogen op het beeldscherm.
Haar collegaatjes liepen de kamer uit en Jort rende er als een jonge hond achteraan.
Ze maakte zich zorgen. Jort was nog even sadistisch als vroeger, alleen slinkser. Hij schoot geen hete spijkers meer naar blote benen van onschuldige meisjes, maar hij wist je toch te raken. Vier jaren zat hij in haar klas. Hij woonde alleen met zijn moeder aan de rand van het dorp. Zijn vader zou zijn verdronken in hun zwembad, maar het gonsde van de geruchten dat zijn moeder hem een handje geholpen had. De rottigheid was natuurlijk erfelijk, dacht Sonja.
Ze was zich kapot geschrokken toen uitgerekend Jort zich een maand geleden voorstelde als hun nieuwe manager.

‘Hoorde je dat?’ zei Monique later vanuit de deuropening. ‘Ik mag mee naar Egypte! Ik, met Jort!’
‘Leuk,’ zei Sonja.
‘Je bent niet blij met hem, hè? Ik wel, en hij zal ook aan mijn BFF moeten wennen. Daar komt niemand tussen.’
‘Da’s lief van je. Maar … kijk je wel uit met hem?’
‘Natuurlijk!’
Monique straalde meer dan ooit. Ze droeg ineens oorbellen en trok elke week wat nieuws aan. Toch zat het haar niet lekker dat uitgerekend Jort op Monique viel. Hij wilde gewoon een mooie vrouw aan zijn zij en dat was Monique, een natural beauty met haar warmrode krullen, lichtblauwe ogen en speelse sproetjes, maar door haar naïviteit kon hij haar makkelijk manipuleren.
Sonja kreeg een brok in haar keel. Als Jort nog zo wreed was als vroeger … Moest Monique het niet weten? Jort leek met zijn slanke lijf in zijn Italiaanse maatpakken, donkere ringbaardje en helderblauwe ogen natuurlijk een prachtige vangst, maar was een wolf in schaapskleren.

‘Teamwork is een achterhaald concept,’ stelde Jort in de vergadering. ‘Rotte appels moeten er namelijk eerst uit.’
Zwijgend volgde Sonja zijn ogen die op een spartelende vlieg op de vergadertafel gericht waren. Voorzichtig pakte Jort de vlieg bij zijn pootjes tussen duim en wijsvinger en staarde er gebiologeerd naar. Langzaam trok hij een vleugeltje uit het lijfje en legde de verminkte vlieg terug op de tafel. Het insect strompelde over de tafel en viel over de rand naar beneden. Jort grijnsde genoegzaam. ‘Een team is zo sterk als de zwakste schakel. Soms valt die zwakke schakel spontaan uit, soms moet je daarbij helpen.’
‘Een goede leider repareert zo’n schakel,’ zei Sonja.
Jort keek haar met een vileine blik aan en beet op zijn onderlip. Een druppel bloed welde op en bleef erop liggen totdat hij hem voorzichtig depte met zijn zakdoek. Hij bekeek de zakdoek uitvoerig voordat hij deze ongekreukt opvouwde en in zijn zak stopte.

‘Hij vermoordt een vliegje?’ vroeg Kees haar die avond. ‘Ik vraag de commissaris meteen of ik er een zaak van mag maken,’ plaagde hij en hij zakte lachend onderuit op de bank terwijl hij een slok wijn nam. ‘Ik zie in mijn werk wel verdachtere omstandigheden dan een moord op een vliegje, Son. Je fantasie slaat op hol.’
‘Het is een sadist.’
‘Gebruik jij de handleiding “Hoe dood ik een vlieg volgens menselijke maatstaven?” voordat je de vliegenmepper pakt?’
‘Het gaat om de manier waarop, grapjas. Monique is blind van verliefdheid en Jort gebruikt haar.’
‘Daar komt ze dan toch vanzelf achter? Ze is een volwassen vrouw. Wees blij dat ze eindelijk iemand heeft …’ Kees trok zijn wenkbrauwen op. ‘Vind je Jort ook leuk?’
‘Pff, al is hij de laatste man op aarde!’
‘Dus er is nog hoop voor mij?’
Sonja giechelde. Ondanks de rotdag op haar werk, had ze een ontspannen avond. Dankzij Kees. Hij was zo lekker relaxed. Ze voelde zich heerlijk bij hem.

De ontspanning was de volgende dag ver te zoeken toen Jort in de pauze bij Sonja en Monique kwam zitten.
‘Bij Van Roden Vastgoed heb ik het jaren geleden nogal druk gehad toen we de beurs op gingen,’ zei hij.
‘Jaren geleden?’ vroeg Sonja. ‘Van Roden is pas sinds vorig jaar een beursgenoteerd bedrijf!’ Ze keek hem recht in zijn felle ogen aan en zag hoe hij met zijn boventanden over zijn onderlip schraapte.
‘Misschien vergist Jort zich even?’ opperde Monique.
Sonja knikte en besloot er verder over te zwijgen. Monique verdiende de sneer aan haar vriend niet, hoe vreselijk die ook was.
Jort stond op, streelde Monique over haar wang en gaf haar zijn zoetste glimlach. ‘Kom je eind van de middag nog even bij me? Er zijn nog wat zaken die ik alleen jou toevertrouw.’

Later op de middag liep Sonja naar Monique. Monique begroette haar met een brede glimlach. ‘Ik krijg een exclusieve opdracht van Jort! Zie je nu hoe lief hij voor me is?’
Ineens keek ze Sonja streng aan. ‘Waarom probeer je hem steeds af te troeven?’
‘Omdat er iets niet klopt aan hem. Wil je zijn cv eens naar mij mailen? Ik wil die referenties wel eens controleren.’
‘Wat? Je denkt toch niet dat hij die verzonnen heeft?’
‘Dat wil ik graag even checken. Ik wil weten of mijn gevoel klopt.’
Monique kreeg een rood hoofd. ‘Oké, maar wel de mail meteen daarna verwijderen, hè? Als het uitlekt, vermoord ik je.’
‘Niet nodig, dat doet Jort wel.’
‘Sonja!’
‘Sorry, maar ik ken hem als een sadistische pestkop.’
‘Jort? Vroeger zeker?’
‘Zag je dan niet h…’
‘Kan iemand zijn leven niet beteren?’ onderbrak Monique haar. ‘Ik zou nooit iets met een man willen hebben die niet goed voor me is. Ik ben heel selectief. Daarom is hij ook pas mijn eerste ... Oké, hij is ook onze manager, maar hij is echt lief.’
Sonja twijfelde. Zou Jort veranderd zijn? Misschien had Monique gelijk. Eigenlijk deed hij nu weinig verkeerd.
‘Sorry. Ik ben gewoon zuinig op je.’

Toen ze weer achter haar computer zat, opende ze Jorts cv en belde een van de referenties.
‘Kunt u me doorverbinden met Tanja Beveren?’ vroeg ze. ‘Ik wil een referentie natrekken.’
‘Tanja werkt hier niet meer sinds …’ zei een zachte vrouwenstem aan de andere kant van de lijn.
‘Sinds?’
‘Sinds het overlijden van Anouk, onze secretaresse … In 2012 gingen we met collega’s raften in de Ardennen. Daarbij is Anouk verongelukt. Ze zat met haar manager in de boot, maar ze sloegen om en toen is zij verdronken. De manager zou alles geprobeerd hebben om haar te redden, maar tevergeefs. Of dat de reden voor zijn ontslag was, weet ik niet. Tanja heeft in ieder geval zelf ontslag genomen.’
‘Je zit toch meestal met meer personen in zo’n boot?’
‘Klopt, maar Anouk had een verhouding met de manager en hij zorgde ervoor dat ze met zijn tweeën in de boot konden, tegen de regels in. Jort kreeg dat voor elkaar.’
‘Jort?’
‘Ja, Jort ter Veld, die manager.’
‘Nee! Hém wilde ik dus natrekken.’
‘Dan hoop ik dat u nog andere sollicitanten heeft.’
Sonja voelde een rilling over haar rug kruipen. ‘Wat bedoelt u daarmee?’
‘Eh, niks. Kan ik u nog ergens anders mee helpen?’
‘Weet u nog hoe dat evenementenbureau heette?’
‘Eh… ik geloof Bateau sauf.’

‘Le Bateau Sauvage,’ bromde een mannenstem aan de andere kant van de lijn.
‘Met Sonja van Breukelen. Ik zou graag wat meer willen weten over een ongeval in 2012, waarbij een jonge vrouw verongelukte tijdens het wildwatervaren.’
Even was het stil.
‘Bent u journalist?’
‘Nee, ik ben een collega van een van de betrokkenen. Ik wilde zijn cv checken en toen hoorde ik van dat ongeluk.’
‘Ongeluk? Er was gerommeld met de beveiligingscamera’s door een van die gasten. Meer heb ik niet te zeggen. Ik ga me niet nogmaals in dat wespennest steken nu ik mijn zaakjes weer op orde heb.’
Sonja beëindigde het gesprek en huiverde. Was het geen ongeluk?
Ze trok de deur van haar kamer dicht en belde Kees.
‘Het laat je niet los, hè? Je lijkt mij wel,’ zei Kees. ‘Dat ongeval ken ik. Verdachte omstandigheden. Toevallig dat die rare collega van jou daar bij betrokken was, maar die evenementenkerel werkte ook niet mee. Hij raaskalde over sabotage van zijn camera’s, maar vergat dat hij zijn eigen veiligheidsregels overtrad door die twee alleen in die boot te laten.’
‘Waarom is het niet verder onderzocht?’
‘Gebrek aan bewijs. Dan gaat het dossier op slot tot er nieuwe feiten aan het licht komen en “Cold Kees” erin duikt want bij mij gaat geen dader vrijuit.
‘Kun je dit dossier heropenen?’
‘Op grond van de moord op een vlieg?’
Sonja schaterde. ‘Wat ben je toch een figuur. Ik draaf door. Laat maar.’
Ze staarde naar buiten. Kees kon niks met die zaak, maar ze moest weten met wie ze te maken hadden. Haar beste vriendin had een creep versierd. Misschien liep ze wel gevaar! Ze móest haar op andere gedachten brengen, mét bewijzen.

Toen ze koffie wilde halen en langs Jorts kamer liep, zag ze dat zijn kamer was gehuld in een blauw licht. De deur stond open en de pc zoemde zachtjes. Ze keek om zich heen en sloop de kamer in.
Haar adem stokte toen ze op zijn computerscherm keek en de tekst scande: “… dat een moord onopgemerkt kan blijven ... geen medisch onderzoek van het lichaam als deze naar Nederland wordt vervoerd. Er kraait geen forensische haan meer naar de doodsoorzaak … lijkt een duikziekte heel aannemelijk bij een duikongeval. Argwaan bij nabestaanden komt te laat …”
Sonja’s gedachten sloegen op hol. Wat moest Jort met deze lugubere informatie?
‘Wat doe jij hier?’ bulderde Jort ineens.
Sonja keek verschrikt op en zag de aderen in zijn nek opzwellen. Met een snelle beweging greep hij haar bij haar keel en kneep in haar strottenhoofd. Tevergeefs probeerde ze zijn hand los te trekken. Haar ademhaling schuurde.
‘Jij blijft met je fikken van mijn pc af. Heb jij dat goed begrepen?’ raasde hij in haar oor. ‘Dit kost je jouw baan en als ik een slechte bui heb, je leven. Maar dat wil ik niet, Sonja. Ik heb mijn leven gebeterd.’ Hij liet haar los en bekeek zijn handpalm. ‘Bovendien zou ik dan Monique verjagen.’
Sonja wreef over haar pijnlijke strottenhoofd en was te beduusd om iets te zeggen.
‘Jij denkt nog steeds dat ik niet deug, hè? Je wantrouwt me al vanaf mijn eerste werkdag. Jij denkt: Jort maakt vast dezelfde fout als zijn moeder. Ik zal je precies vertellen wat je op mijn scherm zag:  ik doe research voor mijn eerste thriller.’
Hij keek haar gluiperig aan. ‘Ja, ik schrijf een boek. Je dacht toch niet …? Sonja, je kent me toch? Je moet niet zoveel naar je lieve Kees luisteren.’
Een schokgolf schoot door haar lijf. Hoe wist Jort dat zij met Kees bevriend was?
Jort grijnsde. ‘Ja, Sonja. Jij wroet in mijn leven, ik in het jouwe als dat nodig is.’

Sonja’s vingers trilden boven haar toetsenbord. Haar rapportage moest maar even wachten. Ze googelde op wat kenmerken van Jorts karakter en las:
“Narcisten hebben vaak leidinggevende functies, een onderontwikkeld inlevingsvermogen. Ze liegen, domineren om zichzelf beter te voelen en zijn wraakzuchtig, gevoelig voor kritiek, vaak ontstaan door een jeugdtrauma. Een psychopaat kan gewelddadig zijn, een echte narcist doorgaans niet, al komen er ook narcistische psychopaten voor. Een narcist is geraffineerd en weet vaak uit handen van de politie te blijven.”
Ze voelde een rilling over haar rug kruipen en scrolde verder. Bij het lezen van de laatste regel hield ze haar adem in: “een narcist is met zijn charmante uitstraling een meester in het manipuleren van weerloze slachtoffers …”
Met trillende handen pakte haar mobiel, belde Kees en vertelde hem wat er gebeurd was en wat ze op internet gelezen had.
‘De schoft!’ schetterde Kees. ‘Die ga ik natrekken. Geef mij zijn NAW-gegevens maar.’
Sonja zuchtte opgelucht. ‘Je bent een schat!’
‘Je weet dat ik hiermee een enorm risico voor jou neem, hè?’
‘Ja, je bent een toppertje.’
‘En jij een pitbull, Son.’

Tien minuten later ging haar telefoon. Sonja nam op.
‘Hoi, met mij,’ klonk Kees haastig. ‘Je voorgevoel klopt, hoor. Die Jort is een pathetisch geval. Ik heb een oud dossier opgespoord met aantekeningen over zijn ouders, drankmisbruik, een mogelijk misdrijf, verwaarlozing, opsluiting. Jeugdzorg is er destijds geweest, maar werd uiterst correct ontvangen. Ook hier een gebrek aan bewijs. Zijn slechte jeugd kan de oorzaak zijn van zijn narcistische en psychopatische trekken. Ik mail even een jeugdfoto door.’
Sonja opende haar mailbox. De foto verscheen full screen op haar scherm. Op de foto stond een gezin in een enorme tuin met zwembad en tuinhuis. Ze zag een grote, donkerharige man met een glas whisky in zijn hand, en een zachtaardige, rossige vrouw. Tussen hen in stond een jongetje dat met een brutaal gezicht in de lens keek.
‘Heb je hem?’ vroeg Kees.
Sonja staarde naar de foto en kreeg het er koud van.
‘Son?’
‘Eh, ja. Ik heb de foto ...’

Nadat ze het gesprek met Jort had beëindigd, liep ze naar Monique. Zij móest het weten!
‘Monique, kan ik je even spreken?’
Monique keek haar glunderend aan. ‘Ik eerst!’ Ze grabbelde in haar handtas en trok er een feloranje lapje stof uit. ‘Een supergave bikini met strass-steentjes, van Jort! Zo lief! Speciaal voor ons duikweekendje!’
Ze keek Sonja met glimmende ogen aan. ‘Vind je hem niet mooi?’ 
Haar gezicht betrok. ‘Waarom kijk je zo sip? Kun je nou niet eens blij voor me zijn?’
‘Jawel. Hij is prachtig, maar …’
Monique zuchtte. ‘Laat me raden: je wilt weer wat onaardigs over Jort gaan zeggen, of niet?’
Sonja zweeg.
‘Nu snap ik waarom je zijn cv wilde inzien. Je wilt hem zwartmaken en God mag weten waarom. Ben je jaloers op je eigen vriendin? Ga maar weg! We zouden elkaar altijd steunen, Sonja ...’
‘Daarom juist! Monique, hij deugt niet. Ik heb hem nagetrokken.’
‘Waarom in hemelsnaam?’
‘Je maakt een grote fout als je je met hem inlaat. Hij is gev…’
‘Hoe durf je dat te zeggen! Jij kent hem niet zoals ik. Dat noemt zich een vriendin. Je bent Miss Marple niet! Weet je wat? Verdwijn uit mijn leven en sla Kees eindelijk eens aan de haak, jaloers kind!’
Sonja draaide zich om en liep verdoofd naar haar kantoor. Haar ogen vulden zich met vocht. Haar vriendin besefte niet welk gevaar ze liep. Ze keek door haar betraande ogen naar haar screensaver en voelde zich machteloos.
‘En? Wat zeiden mijn referenties?’ vroeg Jort onaangekondigd vanuit de deuropening. Hij liep haar kamer in en trok de deur achter zich dicht.
Ze schrok niet eens en voelde een onbeheersbare frustratie opborrelen. ‘Ze zeggen bizarre dingen en lijken wel bang, Jort. Ik zal erachter komen waarom, al moet ik daarvoor gaan raften …’
‘Jij moet je neus niet in zaken steken die je niks aangaan! Ik denk niet dat de commissaris het leuk zal vinden als hij erachter komt dat Kees informatie lekt, denk je wel?’
‘Rat!’
Jort lachte hardop. ‘Je gaat toch geen lelijke woorden gebruiken, hè Son?’

Na haar magnetronmaaltijd startte ze haar laptop op. Ze moest en zou alles over die engerd vinden en ermee naar Kees gaan zodat het dossier heropend kon worden. Al snel vond ze het artikel over het raftongeval van Anouk en bekeek de foto ernaast waarop een elegante vrouw stond met een maagdelijk wit gezicht en rood, stijl haar. Net zo rood als de moeder van Jort … en zoals Monique!
Was dit toeval?
Zonder aarzeling pakte ze haar mobiel. Dit moest Kees zien. Haastig toetste ze zijn telefoonnummer in, maar hij nam niet op.
‘Kees waar zit je?’ schreeuwde ze door de woonkamer.
Ze appte de foto naar hem door met een opsomming van verdenkingen.
Ping! Een appje terug.
“Hoi Son, ik vrees dat je gelijk hebt! Heb e.e.a. uitgezocht. Die vent is mogelijk ook betrokken bij een duikongeval van zijn ex-vriendin. Maar ik zit vandaag en morgen op een andere spoedzaak. Houd Jort op afstand en lok hem niet uit! Doe dat maar bij mij. X Kees.”
Sonja voelde een schokgolf door haar lijf glijden. Had Jort twee moorden op zijn geweten? Of waren haar conclusies te voorbarig? Ze keek nog eens naar het kapsel van Anouk en naar het kolkende water op een andere foto. Monique was niet alleen net zo rood, ze zou ook nog eens te water gaan met haar getraumatiseerde manager …

Na een onrustige nacht ontwaakte ze zwetend uit haar dromen. Zonder te ontbijten, raasde ze naar kantoor. Eerst moest ze Monique spreken. 
Ze sloeg de deur van Moniques kamer open. Niemand!
Hijgend spurtte naar de receptioniste. ‘Waar is Monique?’
‘Wat is er met jou? Monique is een heerlijk weekendje met Jort w…’
‘Waar zijn ze heen?’
‘Naar Bonaire.’
Sonja’s adem stokte.
‘Shit! Meld me maar ziek.’ Zonder een reactie af te wachten, draaide ze zich om, rende naar haar kamer en trok de deur achter zich dicht. Ze toetste het telefoonnummer van Monique in. De telefoon ging over, maar na drie keer werd ze weggedrukt.
‘Neem op!’
Monique was natuurlijk bij Jort, maar ze kon niet zomaar de politie laten optrommelen op grond van vermoedens en onrechtmatig verkregen informatie van Kees.
Ze probeerde het nummer van Kees, maar die was evenmin bereikbaar. Ze stuurde hem een appje: “Monique gaat vandaag met Jort naar Bonaire om te duiken!”
Eén zwart vinkje verscheen bij het bericht. Op Kees hoefde ze vandaag niet te rekenen. Dan moest ze het maar alleen uitzoeken. Jort bleef van haar beste vriendin af!
Ze opende Jorts cv en schreef zijn adres over op een memoblad, waarna ze met het papier het kantoor uitliep. Snel stapte ze in haar auto, legde haar mobiel aan de lader en typte zijn adres in op haar Tom Tom.

Toen ze de brede laan indraaide, zag ze in de verte het glimmende rood van zijn Ferrari. Op twintig meter van Jorts villa parkeerde ze haar auto. Ze rende naar zijn huis en beende het tuinpad op. Door een zijraam van de villa zag ze een steriel, wit interieur. Aan de muur hing een schilderij met wat blauwe vlekken en in een groot aquarium zwierde een octopus met zijn tentakels.
Jort en Monique waren nergens te bekennen.
Sonja liep om het huis heen. Achterin de tuin stond een tuinhuis met de deur open. Ze liep langs het zwembad naar het tuinhuis en huiverde. Op het gras lag een duikfles en een harpoen.
Ze wierp een blik in het tuinhuis. Er stond een stoel en er lagen duikpakken, een paar snorkels en een persluchtfles op een kastje. Op een tafel lag een rol tape en er stond een bak met levende krabben.
‘Duiken is een veilige sport, tenzij je onervaren bent,’ klonk de spottende stem van Jort ineens in haar nek.
Met een ruk draaide Sonja zich om en keek recht in de kwaadaardige ogen van Jort.
‘Slecht geweten?’ vroeg hij met een spottend lachje. ‘Bij de meeste duikongevallen wordt de oorzaak nooit gevonden. Geen getuigen.’
Een gevoel van paniek besloop haar. Haar spieren spanden zich. Ze wilde eruit, maar Jort spreidde zijn armen.
‘Ik vind het een eer om “Miss Marple” persoonlijk te mogen ontvangen. Wat heb je mijn Monique allemaal wijsgemaakt? Dat mijn ex een vreselijk duikongeluk heeft gehad? Je moet niet alles geloven wat ze over me schrijven, lieve Son.’
Voor ze kon reageren had hij haar beetgepakt en met een paar snelle bewegingen vastgebonden op een stoel.
‘Nu weet jij ook eens hoe dat voelt om niet weg te kunnen vluchten voor je ergste nachtmerrie. Maandag zal ik je alles vertellen over de onvergetelijke duikvakantie van mij en Monique. Kun jij duiken?’
Sonja deinsde achteruit toen Jort een snorkel pakte en het mondstuk hard in haar mond duwde.
Hij begon zachtjes te zingen: ‘Don’t get in deep water, double trouble gonna drag you down, don’t get in deep water, if you’re sinking then they’ll let you drown …’
Met een ruk trok hij het mondstuk uit haar mond, veegde het af met een bebloede zakdoek, legde het op een plankje en trok het gordijn voor het raam dicht.
Hij plakte een stuk ducktape op haar mond. ‘Ssssst,’ siste hij. Daarna tilde hij de bak met krioelende krabben op. ‘Octo heeft honger.’ Neuriënd liep hij met de bak het tuinhuis uit.
Ze hoorde een sleutel omdraaien. En toen was het stil.
Haar mond deed zeer en ze probeerde haar handen los te wrikken en met de stoel te wiebelen, maar ze kwam niet los.
Na tien stille, lange minuten hoorde ze het geluid van een auto.
Er ging een deur open en dicht.
Een alarmroep van een merel … 
Voetstappen ...
‘Wat aandoenlijk,’ klonk de stem van Jort lijzig. ‘Je komt je vriendinnetje redden!’
Sonja veerde op.
‘Waar is ze?’
Sonja stond met stoel en al op en kwam hard neer. Met een smak klapte ze achterover.
Haar hoofd bonkte pijnlijk tegen de vloer en ze hoorde een draaiende sleutel in het slot.
De deur werd met een noodgang opengezwaaid en ze keek recht in de punt van een harpoen.
Jort trok haar hardhandig overeind. ‘Blijf zitten!’
Buiten zag ze Kees. Haar hart veerde op.
Jort draaide zich om en richtte de harpoen op Kees. ‘Moven!’
‘Niet voordat je Sonja hebt laten gaan. Het is tijd voor een bekentenis, Jort.’
‘Dat doe ik pas als ik jou en je vriendinnetje hieraan gespietst heb! En nu opzouten, voordat ik mijn zelfbeheersing verlies.’ Hij draaide zich om en zwaaide de harpoen in de richting van Sonja en gniffelde toen de priem haar gezicht schampte.
Een scherpe pijn sneed door haar wang en een beklemmend gevoel maakte zich van haar meester. Jort had hen compleet in zijn macht! Haar adem versnelde en haar gedachten werden nevelig. Een vage jeugdherinnering dreef naar boven: grote luchtbellen borrelden langs haar gezicht naar de oppervlakte en Jorts voeten drukten op haar schouders terwijl de doffe klanken van zijn stem vervaagden. Haar longen vulden zich met water ...
‘Laat haar gaan!’ schreeuwde een strenge vrouwenstem ineens. Sonja schrok op uit haar gedachten en zag buiten een grijze vrouw staan.
‘Ze heeft je niks gedaan, Jort,’ sprak ze.
‘Pa had jou ook niks gedaan, ma!’ tierde hij met een minachtende blik in zijn ogen. ‘Maar jij hebt hem toch vermoord.’
‘Dat was een ongeluk! Dat heb jij nooit begrepen. Jij was pas vier. Je vader was stomdronken en toen hij stond te balanceren op de rand van het zwembad probeerde ik hem juist tegen te houden, maar hij weerde me af en hij werd nog agressiever toen we in het water vielen. Hij trok mij bijna mee in zijn verdrinking. Je vader was een tiran als hij drank op had. Hij was degene die jou kwaad deed, niet ik.’
‘En wie sloot mij dan altijd op in het tuinhuis?’
‘Ik. Om je te beschermen voor dat monster!’
‘Bullshit! Je haatte pa en sloot mij op voordat je hem vermoordde. Zo zijn bitches. Ze zullen er stuk voor stuk voor boeten.’
‘Zij zijn niet schuldig aan je vaders verdrinking.’
‘Jij wel. Vrouwen maken alles kapot!’
‘Nee Jort, dat doe je zelf. Ik heb je alles gegeven: bescherming, geld … Je beseft niet half wat jij mij hebt aangedaan. Zelfs de politie twijfelde aan mijn verhaal door jouw verwrongen versie. Ik raakte iedereen kwijt, we moesten verhuizen. Ik hoopte dat ons leven niet nog tragischer zou worden door jou. Blijkbaar heb je na het verbreken van ons contact heel erg foute dingen gedaan en twee onschuldige vrouwen … Deze agent heeft me gelukkig alles verteld. Maak niet nog meer levens kapot, Jort. Laat deze vrouw gaan. Ze is onschuldig. En ik ook.’
‘Jij niet! Ik heb toch zelf gezien hoe je hem verzoop?’
‘Nee, Jort. Door je zuurstofgebrek bij de geboorte nestelen zich soms vreemde ideeën in je hoofd. Je bent ziek in je hoofd en hebt al vanaf kinds af aan waanideeën. Daar kun je niks aan doen. Je blijft mijn zoon en ondanks alles houd ik van je. Maar dan moet je deze vrouw laten gaan.’
Ze hield haar hand op. ‘Geef maar.’
Jort keek vertwijfeld naar Sonja en gaf de harpoen in een vertraagde beweging aan zijn moeder die hem vastberaden overhandigde aan Kees.
‘Goed zo, Jort. Kom maar.’ Ze spreidde haar armen.
Jort staarde haar aan. ‘Mam ...’
Op dat moment kwam er een politieauto in volle vaart het terrein op rijden. Twee agenten stapten uit en sloegen Jort in de boeien.
Sonja keek verbluft toe hoe Jort zich gewillig liet meevoeren. 
Kees bedankte zijn collega’s.
Jort zat met een wezenloze blik op de achterbank en werd afgevoerd.
Kees maakte Sonja los en trok zachtjes het ducktape van haar mond.
Ze zuchtte, veegde het zweet van haar voorhoofd, stond op en omhelsde hem stevig. ‘Lieve Cold Kees ...’
Ze kuste hem en lachte. ‘Dus toen ik jou nodig had, zat jij met een oude dame thee te drinken?’
‘Zoiets. Ik wist wel dat jij je er, net als ik, in vast zou bijten en dat je dit ondanks mijn waarschuwing zelf wilde op lossen, Miss Cold Kees. Toen jullie telefoniste zei dat jij je met een frisse blik had ziekgemeld, wist ik wel waar jij naartoe was.’
Sonja schrok op van het geluid van een auto. Een blauwe golf kwam piepend tot stilstand op de oprit.
Monique stapte uit de auto met een reistas in haar hand. ‘Kwam die politie hiervandaan? Wat doen jullie hier?’
‘Jort heeft een andere vakantiebestemming gevonden,’ grapte Kees.
‘Hoe bedoel je?’
Sonja grinnikte en keek Monique aan. ‘Dat is een lang verhaal, lieverd. Laten we ergens een borrel pakken. Leg die reistas maar weer in je kofferbak.’
‘Mag het alsjeblieft alcoholvrij zijn?’ vroeg de moeder van Jort.
Sonja glimlachte. ‘Nog beter.’


Share by: